Waarom betalen de gemeenten niet?

Dat is nog eens een goede vraag. Waarom betalen die gemeenten niet gewoon? Zij zijn toch verantwoordelijk?
Nu krijgen we bij Adlasz deze vraag wel vaker, maar in dit geval ging het over de arbeidsmarkt. Een organisatie wil een project starten om instroom in de bijstand te voorkomen (preventie). Tja. Goede vraag? Nou, dan moeten we eerst even kijken hoe we het in Nederland hebben geregeld.
Hoe komen mensen in de bijstand terecht? Dat op heel veel manieren, maar laten we het relateren aan de arbeidsmarkt. Ook op het werk kan het meezitten en tegenzitten. Het vervelende is dat als het tegenzit, je je baan kwijtraakt. En waar komen we dan terecht? Juist, bij het UWV. Die gaan allerlei trajecten opzetten om te zorgen dat je niet te lang van je WW uitkering kunt genieten, maar weer snel aan de slag kunt. Dat is het eerste vangnet. Voor het UWV is uitstroom een belangrijke prestatieindicator. Zoals ongetwijfeld bekend, duurt de WW in Nederland maximaal 2 jaar. En dan? Dan kom je in het tweede en laatste vangnet, de gemeentelijke uitkering, beter bekend als de bijstand.
Een andere manier om in de gemeentelijke kaartenbak te landen is via het onderwijs. Je volgt een opleiding die je klaar zou moeten stomen voor de arbeidsmarkt en een leven vol zingevende activiteiten waar je nog voor betaald krijgt ook. Maar op het moment dat je je diploma hebt ontvangen en wakker wordt met een kater van je examenfeest, blijkt dat je opleiding toch minder goed aansluit op de arbeidsmarkt, of dat je een opleiding hebt gevolgd die je heeft opgeleid voor een niet-bestand beroep. Gevolg: enkele reis richting bijstand. Hopelijk kun je later nog een ritje richting arbeidsmarkt boeken, maar voorlopig niet.

Dus hoe je het ook wendt of keert, als het misgaat bij de opleiding of als het misgaat op de arbeidsmarkt en vervolgens ook nog eens bij het UWV kom je terecht bij de gemeente. Logisch dus dat een organisatie die instroom in de bijstand wil voorkomen, bij de gemeente aanklopt voor subsidie. Toch?
Nee dus. Want de eerste vraag zou moeten zijn of de eerdere partijen in de keten wel zo effectief en efficiënt te werk gaan. Het UWV scoort misschien goede uitstroomcijfers, maar vooral bij mensen die toch al in staat zijn op eigen kracht werk te vinden, of slechts met een kleine inspanning geholpen kunnen worden. Resultaat, mooie uitstroomcijfers, chapeau! Of het onderwijs dan. Geweldige opleiding, we zijn alleen vergeten aan het begin van de opleiding te vertellen dat er geen droge boterham mee te verdienen is.
De moraal van dit verhaal? Als het UWV en het onderwijs steken laten vallen bij het begeleiden van mensen naar de arbeidsmarkt en als gevolg daarvan de uitkeringsbestanden bij de gemeenten toenemen, waarom zouden dan juist de gemeenten moeten betalen voor preventie? Zou het niet logischer zijn de kosten daar neer te leggen waar het probleem veroorzaakt wordt, dus bij het UWV en bij het Ministerie van OCW? Ons lijkt van wel.
Zeggen we dan dat gemeenten helemaal niets meer hoeven bij te dragen? Nee natuurlijk niet. Maar we kunnen ook eens kijken naar de voorliggende schakels in de keten en kijken hoe we daar de effectiviteit kunnen verbeteren. Anders worden onze gemeenten een vergaarbak van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt die heel moeilijk aan het werk te krijgen zijn.
